De ideale groepsleider

De ideale groepsleider bestaat niet! Deze conclusie is al snel te trekken. In ons leiderschap ontbreekt altijd wel iets. Natuurlijk kun je Jezus als ideale groepsleider betitelen. In de leer gaan bij Hem is dan ook altijd zinvol. Hoe stuurde Hij bijvoorbeeld destijds zijn groep van 12 mensen aan? Hoe motiveerde en inspireerde Hij hen? Hoe gaf Hij ze ruimte en daagde Hij hen uit? Wanneer vermaande Hij ze en wanneer gaf Hij complimentjes? Allemaal hele leerzame vragen. Diepgaande Bijbelstudie om antwoorden te krijgen op deze vragen kan je dan ook enorm helpen in je leiderschap.

In dit artikel wil ik alvast een kleine aanzet geven. Ik wil gaan kijken welke lessen er te halen zijn uit Jezus’ onderwijs, welke Hij vlak voor Zijn dood gaf. Naar mijn idee vertelde Hij toen namelijk wat werkelijk belangrijk is voor de groep en natuurlijk later voor de gemeente. Wat moesten zij nog weten voor de tijd dat Hij niet fysiek aanwezig zou zijn? Als ik Johannes 13-17 lees, dan proef ik de urgentie. Je zou denken dat Jezus met een marteldood in het vooruitzicht wel iets anders aan zijn hoofd zou hebben maar nee, Jezus heeft oog voor zijn discipelen. Het is zo treffend om deze hoofdstukken te lezen en te overdenken. Wat een liefde voor zijn groep en later voor de gemeente klinkt hier doorheen.

 

Les 1:  Goed leiderschap betekent adequaat optreden
Het eerste wat opvalt is dat het verhaal begint met ruzie. Er is in de groep onenigheid. Je zou misschien denken dat dit bij een goede groepsleider niet voor zou komen maar niets is minder waar. Zelfs bij de beste groepsleider kan er onenigheid zijn in de groep. In de Bijbel wordt de kwaliteit van het leiderschap niet alleen bepaald door het resultaat. Mozes staat bijvoorbeeld als leider hoog aangeschreven terwijl het volk er diverse keren een puinhoop van maakt.  In Jezus’ groep is dat niet anders. Ook daar zien we dat er nog genoeg niet lekker loopt en dat mag ook. Goed leiderschap wordt zichtbaar door het adequate optreden van Jezus. Jezus treedt op door zelf het goede voorbeeld te geven en de voeten van de discipelen te gaan wassen. Na dit concrete voorbeeld begint Jezus Zijn verhaal. Onderwijs direct koppelen aan een duidelijk voorval werkt overigens altijd goed. Op deze manier helpt Jezus hen te onthouden waar het om gaat.

 

Les 2:  In de groep is iedereen gelijkwaardig
Jezus gaat het vervolgens hebben over gelijkwaardigheid in de groep. Hij vertelt dat een knecht niet meer is dan zijn meester en een gezant niet meer is dan degene die hem gezonden heeft (Johannes 13:16). Pakken we  Lukas 22:25-30  er ook nog bij dan blijkt dat Jezus het heel scherp neerzet: Als je wilt opvallen in de groep dan moet je dat maar doen door je dienstbaarheid en je nederigheid. Degene die de minste wil zijn, die is het die eer verdient. Jezus had het ook al eerder over dit onderwerp gehad (zie Mattheüs 23:8). Hij vertelde hen toen dat ze allen broeders waren. Tijdens deze maaltijd wordt dit herhaald.


Les 3: Gastvrijheid is essentieel
Jezus gaat verder met zijn onderwijs en zegt dit:  “Waarachtig, Ik verzeker jullie: wie iemand opneemt die Ik gezonden heb, neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt Hem op die Mij gezonden heeft.” (Johannes 13:20). Deze les is een zeer waardevolle les. In mijn werk met groepen heb ik veel te vaak gezien dat groepen niet zaten te wachten op nieuwkomers. Het is altijd zo gezellig in het vertrouwde groepje, een nieuwkomer verstoort dat alleen maar. Op korte termijn lijkt dit een goede oplossing, op lange termijn, na een jaar of drie, is dit echter dodelijk voor de groepsdynamiek. Je kent dan elkaars mening en doordat er niemand bij komt loop je het gevaar om steeds in oude patronen te belanden. Nieuwe mensen  die bij een groep komen zijn een grote zegen, ook als ze aan het begin de nodige energie vragen. Daarnaast zegt Jezus hier dat als je hier niet voor openstaat je Hem afwijst. Jezus daagt ons uit om met nieuwkomers in de groep net zo om te gaan als met Hem. Doe maar alsof Hij die nieuwkomer is. Gelukkig hebben de discipelen deze les opgepakt. Stel je eens voor dat de discipelen hun kleine groepje groot genoeg hadden gevonden en geen enkele nieuwkomer hadden verwelkomd. De kerk had dan een vroege dood gestorven. Jouw kans om tot geloof te komen was dan verkeken. Als wij niet gaan voor een open groep die nieuwkomers verwelkomt dan kunnen wij weleens de groei van de gemeente tegenhouden.


Les 4: De kern is elkaar liefhebben
Voor de Israëlieten zijn geboden altijd zeer belangrijk. Ze waren opgegroeid met de wet waarbij binnen de wet de tien geboden eruit sprongen. In dit gedeelte gaat Jezus hen opeens een elfde gebod geven. Een gebod wat vooral binnen hun groep centraal moet staan. Een gebod welke later het christendom zou gaan typeren. In Johannes 13:34-35 staat: “Ik geef jullie een nieuw gebod: dat je elkaar liefhebt. Met de liefde die Ik jullie heb toegedragen, moeten jullie ook elkaar liefhebben. Daaraan zal iedereen kunnen zien dat jullie leerlingen van Mij zijn: als jullie onder elkaar de liefde bewaren.” Het  is belangrijk om te beseffen dat dit de kern is van christelijk groepswerk. Niet de Bijbelstudie of het gebed, ondanks dat dat ook heel belangrijk is maar de onderlinge liefde moet centraal staan. Stilstaan bij hoe je dit uit kan werken op de momenten dat je bij elkaar komt is geen overbodige luxe. Zonder hier krampachtig mee om te gaan, liefde moet groeien en kan niet kunstmatig tot stand komen, is het goed om te kijken hoe je dit kan faciliteren:  Hoe kan jij een voedingsbodem creëren waardoor liefde kan groeien? Veelal  hebben wij niet zelf de mede-groepsgenoten uitgekozen. Het vraagt daarom om een bewuste keuze  om je hart open te stellen en lief te gaan hebben. Dit is niet altijd makkelijk maar wel de kern en de kracht van ons geloof.


Les 5: Bovennatuurlijke geloofsdaden zijn belangrijk!
Toen Jezus op aarde rondwandelde was Zijn missie duidelijk. Hij maakte het koninkrijk van God zichtbaar. Dit deed Hij door Zijn onderwijs, door zelf het goede voorbeeld te tonen en door wonderen en tekenen. De bovennatuurlijk geloofsdaden waren een wezenlijk onderdeel van Zijn bediening. Nu, vlak voor zijn dood, roept Hij Zijn discipelen op om dit niet te laten verslonzen. Hij zegt dit: “Waarachtig, Ik verzeker jullie: wie in Mij gelooft, zal de daden die Ik verricht, ook zelf verrichten; ja nog grotere zal Hij verrichten, want zelf ga Ik naar de Vader, maar wat jullie zullen vragen in Mijn naam, zal Ik doen, zodat de Vader verheerlijkt wordt in de Zoon. Als jullie Mij iets zullen vragen in Mijn naam, dan zal Ik het doen. Als jullie Mij liefhebben, zul je ter harte nemen wat Ik jullie opdraag. En Ik zal de Vader vragen jullie een andere helper te geven, die voor altijd met jullie zal zijn, de Geest van de waarheid.” (Johannes 14:12-17).


Jezus had maar al te goed door dat dit aspect al snel blijft liggen. Hij zegt er daarom vrij vertaald bij: Als je Mij liefhebt dan neem je dit ter harte, dan ga je hiermee aan de slag. De discipelen hadden dus een aanmoediging nodig. Zelf zie ik dit ook terug in de kerk vandaag de dag. Wij blijven maar al te graag in onze comfortzone en gaan niet graag dingen doen waarvan we niet van te voren zeker weten of het werkt of dat we gezichtsverlies lijden.  Bezig gaan met bovennatuurlijke geloofsdaden is spannend, het went nooit helemaal en dat is ook niet de bedoeling. Het is juist de bedoeling dat we ons uitstrekken naar dingen die boven ons kunnen liggen zodat we wel afhankelijk van God moeten zijn. Opvallend is daarbij dat Jezus de  belofte van de Heilige Geest als helper koppelt aan dit punt. De Heilige Geest die van binnenuit moed en zekerheid wil geven om in het bovennatuurlijke uit te stappen. De Heilige Geest die, door middel van allerlei gaven, door ons heen wil werken.


Jezus legt vervolgens veel nadruk op de Heilige Geest. Jezus belooft dat de Heilige Geest ons in alles zal onderrichten (Johannes 14:26). Hij zal dus ook uitleggen hoe Gods kracht werkt voor het verrichten van deze dingen.  De urgentie van afhankelijkheid wordt zowel duidelijk door het voorbeeld van de wijnstok en de rank als door het besef dat Jezus tot drie keer toe oproept om dingen in geloof te vragen in Zijn naam (zie Johannes 15:16 en 16:23).  Dingen die we klaarblijkelijk niet in eigen kracht tot stand kunnen brengen.

 

Les 6: Onze vrucht groeit alleen door verbondenheid met Hem
Jezus’ onderwijs komt tot een climax. Hij zegt dit: “Alleen wie met Mij verbonden blijft – zoals Ik met hem – draagt rijkelijk vrucht, want los van Mij kunnen jullie niets.” (Johannes 15:5) Dit besef moest tot de leerlingen doordringen. Zij moesten doorkrijgen dat, zoals ze eerst afhankelijk waren van Hem toen Hij nog fysiek in hun midden was, ze ook straks dat moesten zijn. Er moest een nieuwe connectie komen. Een connectie door de Heilige Geest die alles bepalend zou worden. Voor ons geldt nu ook dat we als christen, als christelijke groep, als christelijke gemeente niets wezenlijks kunnen doen zonder deze verbondenheid.  De eerste verantwoordelijkheid van elk christen, elke christelijke groep en elke kerk is dan ook je inzetten voor de verbondenheid met Jezus. Dat moet steeds weer onze eerste prioriteit zijn. Jezus is de bron van ons geloofsleven.  Door Hem groeit zowel de vrucht van liefde als allerlei andere gaven die de Heilige Geest met zich mee brengt. Zet Jezus centraal in je leven, in je groep en in je kerk en je zult vrucht gaan zien!


Les 7: Lijden hoort erbij
Eén ding wat Jezus niet uit de weg gaat is het lijden. Zowel in Zijn eigen leven als dat van zijn discipelen. Hij kondigt dit overduidelijk aan in hoofdstuk 16. Mensen zullen hen haten omdat ze in Hem geloven. Jezus zegt het vervolgens heel mooi: “Waarachtig, Ik verzeker jullie: je zult treuren en weeklagen te midden van een wereld die zich zal verheugen. Maar ook al zijn jullie bedroefd, jullie droefheid zal in vreugde verkeren. Wanneer een vrouw moet bevallen, heeft ze het zwaar, omdat haar uur gekomen is; maar is het kind eenmaal geboren, dan denkt ze niet meer aan haar benauwdheid, uit pure vreugde, omdat er een mens ter wereld is gekomen. Zo hebben ook jullie het nu wel zwaar, maar Ik zal jullie weerzien en jullie hart zal vol vreugde zijn, een vreugde die niemand je ooit kan ontnemen.”

 

In deze wereld van zonden en gebrokenheid hebben we te maken met pijn en moeite. Deels door onze eigen inbreng, deels door andere mensen en deels door satan en zijn trawanten. Volgens de Bijbel zet satan zowel mensen aan tot vervolging als dat hij ziektes veroorzaakt (zie Handelingen 10:38). God neemt, in tegenstelling tot wat sommige mensen denken, niet al ons lijden weg in ons leven op aarde.  Ook houdt Hij satan niet altijd tegen als wij hem daarom vragen (zie 2 Corinthiërs 12:7). Als groep onderga je daardoor vroeg of laat lijden. Voor de discipelen was dat heel dichtbij. In dat lijden geeft Jezus een troostende gedachte. Wij mogen ons lijden vergelijken met een bevallende vrouw. God wil ons uiteindelijk zoveel vreugde geven dat die het lijden wat we doormaken teniet doet. Soms kan ons lijden zo heftig zijn dat dit moeilijk voor te stellen is. Toch belooft God dit. Hoe geweldig mooi moet datgeen dan zijn wat God voor ons in petto heeft?

 

Les 8:  Eenheid als sluitstuk
Jezus’ onderwijs wordt afgesloten met een prachtig gebed (zie Johannes 17). Een gebed waarin eenheid centraal staat. Door eenheid gebeuren er twee dingen:

  • De mensen zullen zien dat God Jezus gezonden heeft.
  • De mensen zullen zien dat de Vader ons liefheeft.

De kracht van eenheid is dus enorm. Eenheid dus als sluitstuk van Jezus’ onderwijs voor Zijn groep, voor de gemeente en voor elk christen. Zelf kan ik dan alleen maar “Amen” zeggen.

Related Articles

Responses

Your email address will not be published. Required fields are marked *